Welkom op ons blog. Wij, Jan Jaap, Larissa, Vico en Levi gaan vanaf mei door Noord-Amerika reizen met de Scania en onze, tot camper omgebouwde, trailer. Via deze site en onze facebook pagina kunnen jullie onze belevenissen volgen. Alvast veel leesplezier.
Jaaaahhh!!
Het is gelukt en nog supersoepel ook!
Nu op camping bij Seattle, verslag volgt!
gr.JJ
Vanaf Coleman reden we echt de bergen in. Een schitterende route naar Banff en weer een totaal ander landschap. Het is niet zo makkelijk onder woorden te brengen, daarom verwijs ik naar de foto’s.
In 2006 zijn JJ en ik ook in West-Canada geweest. We hadden toen echter 3 weken regen en sneeuw, het was dus een zeer welkome ervaring om Banff in de zon te zien. Enthousiast geworden zijn we de volgende ochtend vroeg vertrokken met de auto naar Lake Louise via de Bow Valley Parkway. Zo vroeg dat we de enige op de weg waren. Dat is pas genieten. Op een picknickbankje hebben we ontbeten met uitzicht over de rivier.
Bij Lake Louise zijn we met de Gondola de berg opgegaan. Gewoon een open bankje met Vico en Levi tussenin. Levi vond het wel leuk, draaide zich veelvuldig om en liet zijn beer meters boven de grond bungelen. Gelukkig is Beer niet gevallen, want dan had alleen een trauma helikopter ons kunnen redden. Levi was dan tot in Banff te horen geweest. Vico vond het verschrikkelijk. Met zijn ogen stijf dicht, bleef hij maar herhalen dat we het dichte bakje hadden moeten nemen om boven te komen. Het uitzicht bovenaan was zeker de moeite waard. Nadat we Vico hadden gekalmeerd met een flesje sap, kon hij het zelfs waarderen en kon hij zijn fototoestel eens goed uitproberen. Een stukje lopen en weer terug naar beneden met, natuurlijk, een dicht bakje. Onze wandelingen met Levi zijn altijd maar stukjes, want wat is hij langzaam. Ziet dingen waar anderen zo aan voorbij gaan. Een echte levensgenieter, maar niet echt handig als je ook 500 meter verderop nog wat wilt zien op dezelfde dag.
Toch nog maar eens langs het Lake (Louise) zelf gereden. Hadden we al eens gedaan en ook ditmaal stonden er weer horden mensen foto’s te maken. Geef mij dan maar een meer waar we met zijn vieren naar staan te kijken. Daar zijn er gelukkig zat van geweest.
Vanuit Banff zijn we naar Revelstoke gereden. Wij vonden die reis, met de truck, best inspannend. Maar ja, toen hadden we route 99 nog niet gereden….
Helaas hadden we in Revelstoke 2 dagen regen. Maar dat is dan weer goed voor de klusjes. Wassen, mailen, route plannen en JJ kan zich weer uitleven op zijn ‘onderlijntje’. Tussen de buien door hebben we Mount Revelstoke bezocht. Levi was heerlijk in slaap gevallen door alle bochtjes naar de top, dus konden JJ en ik afzonderlijk van elkaar eens een lekker wandelingetje maken op eigen tempo. Vico klaagde dat hij liever op de camping was gebleven en dat wij toch moesten snappen dat geen enkel kind geïnteresseerd was in het bezoeken van een berg in de mist en de regen. “Sem niet, Paola niet en Yoran zeker niet!” “Prima, dan blijf je toch lekker in de auto zitten mokken.”
Zoals het jongens betaamd, moeten ze dagelijks een potje stoeien. Bij voorkeur op het bed van papa en mama. Is tot nu toe altijd goed gegaan, ondanks de laaghangende kastjes. Maar voor alles is een eerste keer. Een knal, een harde schreeuw van Levi en een nog hardere schreeuw van Vico. Toen we naar het bed snelden, zagen we overal bloed. Het bloed bleef uit Levi zijn hoofd stromen. Dikke tranen natuurlijk, maar met een beetje drinken was dat al snel over. Levi is al wel wat gewend en een echte bikkel. Toen het bloeden eindelijk een beetje ophield was een grote snee te zien. Naar onze mening te ondiep om te hechten en Levi was nog goed alert. Ik heb bij ons laatste nachtje ziekenhuis met Levi, na een val van de trap, goed opgelet. En we besloten om het risico te nemen om niet naar de E.H.B.O. te gaan. Levi gewoon op bed gelegd en hem voor de zekerheid toch nog 2 keer ’s nachts wakker gemaakt. Gelukkig niets aan de hand. Nu heeft hij nog een klein wondje en een dikke bult op zijn hoofd.
Zondag zijn we vertrokken naar Salmon Arm. Heerlijk weer, maar helaas op deze camping ook weer het zwembad dicht. Het grote voordeel van het reizen door het Westen na Labour Day is dat het veel rustiger is en je de campings niet hoeft te reserveren, het nadeel is wel dat veel voorzieningen alweer gesloten zijn. En omdat we ons zo schuldig voelden, dat we Vico zo martelen met bezoekjes aan watervallen en bergen, hebben we maandag de Hot Pools in Crazy Creek bezocht. Daar komen mensen om in alle rust van het warme water en de schone lucht te genieten. Totdat de Verweijtjes het zwembad in springen. Levi past zich nog aardig aan, die vond het warme water super en liet zich lekker ronddrijven. Maar JJ en Vico blijven donderen. Tot overmaat van ramp duwt JJ, Vico ook nog het koude dompelbad in. Moet je doen joh, met drie mannen op reis…..
En toen was het dinsdag. Onwetend begonnen wij aan de reis van Salmon Arm naar Lillooet. Nee, we zouden niet de 5 pakken naar Vancouver, maar de ‘scenic route’ nemen via Wistler. Dat hebben we geweten. Of beter dat heb ik geweten. Het eerste stuk naar Lillooet was al best pittig met afdalingen van 9% en 10%. We hadden daar eigenlijk gewoon moeten blijven staan. Maar in Lillooet is niet zo veel te beleven, de camping was een beetje kaal en JJ zei “Kom op we trekken hem even door, het is pas 14.00 uur.” Gelukkig waren dit zijn woorden. Dus daar gingen we het tweede deel van route 99. Op naar Whistler.
Nu moet ik even uitleggen dat ik kan autorijden en een redelijk stel hersenen heb, maar van technische details weet ik niets en hebben me eerlijk gezegd ook nooit zo geïnteresseerd. Dus ik hoor en observeer de dingen die JJ zegt en doet met betrekking tot de truck, maar mijn hersenen kunnen dat niet helemaal plaatsen. Dus ik zie bordjes met helling 13% naar beneden de komende 5 kilometer, ik zie JJ ingespannen kijken, zie bochten waar geadviseerd wordt deze met 20 km per uur te nemen, ik hoor de truck kreunen bergje op, ik zie dat het buiten 33 graden is, ik hoor JJ zeggen ‘hete naven’, ik zie een kruis met bloemen langs de weg (oké, ook prachtige meren en kreekjes, besneeuwde bergtoppen en mooie rotspartijen, maar ik ben even afgeleid), ik weet dat de trailer onhandig geladen is met Benz achterin en voorin weinig gewicht en dan als ik denk dat de reis niet langer moet duren zie ik een bordje 15% naar beneden voor de komende 13 kilometer. Trucks worden geadviseerd om met 10 (!) km per uur naar beneden te gaan. Ik hoor JJ mompelen “retarder werkt niet bij 10 km”. Ik zie borden waarop staat aangegeven dat er over 1 km een runaway lane is. 1 kilometer, best lang als de remmen het begeven. Ik zie een runaway lane, en dat is een stijle grindweg omhoog een berg op. Heb ik toch weinig vertrouwen in. Ik zie een slapende Levi achter mij, Vico zit van verveling op de iPad en ik kijk even naar mij buik. Ik zit van top tot teen gespannen in de auto. Begint dit al een beetje dramatisch te klinken? Ach, wijt het aan de zwangerschaphormonen, maar zo voelde ik mij ook.
Gelukkig heeft JJ meer verstand van de technische details en heeft hij de truck onder controle, laat zich niet afleiden door de sliert auto’s die inmiddels achter ons rijdt. En dan na 13 kilometer is daar de verlossing, we rijden langs het meer en mogen volgens de borden weer 60. Ik haal opgelucht adem en als we op de camping in Whistler aankomen, sta ik te trillen op mijn benen. Ook JJ is blij dat we stilstaan en de truck slaakt een zucht van verlichting. Levi wordt wakker en Vico en hij gaan lekker spelen in de speeltuin. JJ neemt een biertje en ik kijk verlangend naar de anderhalve liter fles rode wijn die zo aanlokkelijk in mijn keukenkastje staat. Dan maar een Cola light voor de schrik en de rum denk ik er maar bij….
Twee weken geleden zijn we uit Winnipeg vertrokken. We verruilden Manitoba voor Saskatchewan. Een tussenstop in Moosomin. Een bosrijke camping, met redelijk kleine plaatsen. Maar as omhoog, bergje op, takken ontwijken en van de hand af achteruit over een heuveltje inparkeren. Terwijl het zweet op mijn voorhoofd staat, omdat ik weet wat krassen op de auto met het humeur van JJ doen, zegt JJ: “Ik vind het wel leuk als ik een beetje moeite moet doen om op een campingplek te parkeren”. “Eh, ja, ik ook….” Zou hij een beetje doorslaan in zijn relaxmodus? De volgende dag zijn we doorgereden naar Moose Jaw. Leuk stadje, waar (volgens de verhalen) Al Capone onderdook tijdens de drooglegging en ook hier zijn lucratieve handeltje gewoon voortzette.
Moose Jaw staat bekend om zijn tunnels. Chinese gelukzoekers werden ten tijde van de aanleg van de treinrails naar Canada gehaald om onder erbarmelijke omstandigheden te bouwen aan deze rails. Nadat de bouw voltooid was, werd de belofte van een gratis overtocht naar huis niet nagekomen. De meeste Chinezen moesten dus ander werk zien te vinden. Maar zij werden door de lokale bevolking met de nek aangekeken. In Moose Jaw werd door enkele winkeliers een oplossing geboden. De Chinezen mochten tegen een minimaal loon werken in een wasserette, naaiatelier en dergelijke in de tunnels onder de gebouwen in het centrum van Moose Jaw. Tegen een kleine vergoeding mochten ze daar ook wonen. De vernedering bovengronds was voor de meesten zo groot, dat ze liever onder de grond woonden. Sommige van hen hebben hun hele leven onder de grond gewoond. Indrukwekkend. Nooit begrepen waarom een volk de neiging heeft een ander volk te onderdrukken. En nu nog minder.
We zijn langer dan aanvankelijk gepland in Moose Jaw gebleven, maar dat had alles te maken met een afspraak die ik had in het ziekenhuis van Swift Current op dinsdagochtend. Maandag vertrokken naar Swift Current en dinsdagochtend bleek uit de echo dat ik ruim 10 weken zwanger was. Inderdaad je leest het goed: zwanger. Om alle vragen voor te zijn: gepland, zeer welkom, meisje is leuk, jongen ook, gezondheid is belangrijker, misselijk en moe, eind maart wordt de spruit verwacht en ik zie eruit als een Teletubie. Dat laatste is ook de reden dat ik het nu dan ook maar bekend maak. Nadat we naaste familieleden en vrienden geïnformeerd hebben natuurlijk.
Want we hadden deze week een Hollandse week. Het blijkt dat hier een behoorlijk aantal Hollandse chauffeurs wonen die JJ op FaceBook volgen. Zo hebben we deze week kennis gemaakt met Knabbel en Babbel, Jozien en Henk, Wiebe en JJ met nog een aantal chauffeurs. En al snel werd mij gevraagd, wanneer we ons derde kindje verwachten.
Kortom we kunnen er niet meer omheen: zwanger dus.
Vanuit Moose Jaw zijn we via Swift Current en een overnachting in Medicine Hat naar Lethbridge, Alberta gereden. Daar hebben we vrijdag Vico’s zesde verjaardag gevierd. Hij heeft een fototoestel gekregen om al het moois zelf vast te leggen. Nu loopt hij hele dagen met het toestel om zijn nek. De lego die hij heeft gekregen, was gelijk een reden om het andere lego weer volgens het boekje in elkaar te zetten. Uiteindelijk waren wij daar tot middernacht druk mee, terwijl meneer heerlijk lag te dromen.
Vanuit Lethbridge een uitstapje gemaakt naar Picture Butte. Daar zijn enorme ‘Feedlots’. De grootste boerderij heeft 125.000 koeien. Het zijn voornamelijk van oorsprong Hollandse boeren die hier hun bedrijf hebben. Met succes zo te zien. Jammer, dat ik voorlopig moet afzien van zo’n heerlijk rood stukje vlees.
Zaterdag zijn we naar Wim Boon in Coleman gereden. Hij heeft daar een huis vlak voor de bergen. Bij Wim eindigt de prairie en beginnen de bergen. Werkelijk een schitterend gezicht. En wij mogen daar een paar dagen van meegenieten. JJ heeft de camper vlak voor het huis geparkeerd. Vico en Levi vermaken zich hier prima met hond Rocky en vinden het kampvuur reuze interessant.
Gisteren hebben we Waterton Park bezocht en zowaar een beer gezien al was het op behoorlijke afstand. Het was zonnig weer en dan komt het heldere water met de bergen op de achtergrond nog meer tot zijn recht. ’s Avonds onder een prachtige sterrenhemel uitgebreid bijgekletst bij het kampvuur. Vandaag een rustige dag en zo meteen voeg ik mij nog even bij de heren naast het vuur.
Morgen nemen we afscheid van Wim en vertrekken we naar Banff.
Wim, bedankt voor je hartelijke en gastvrije ontvangst. We hebben ervan genoten.
Nog even dit:
We krijgen de laatste tijd vaak de vraag of we nog naar de Verenigde Staten gaan. Zoals velen al weten hebben we voorafgaand aan onze reis een toeristenvisum op het Amerikaanse Consulaat in Amsterdam aangevraagd. Hier hebben wij een kort, onpersoonlijk en redelijk bot gesprek gehad met de consul. Hij besloot na welgeteld 7 minuten dat wij geen toeristenvisum kregen. Wij kregen een standaardbrief onder het loketje doorgeschoven en kregen verder geen mondelinge toelichting. Uit de brief bleek dat wij ofwel het verkeerde visum hadden aangevraagd, wellicht dat hij dacht dat JJ een bedrijf wilde beginnen in de VS of dat wij, als jong gezin, eigenlijk immigranten waren.
Daarop hebben wij besloten naar Canada te gaan. Met een Nederlands paspoort kun je een half jaar vrij rondreizen en ook aan onze voertuigen worden geen eisen gesteld, zolang wij ze maar weer meenemen als wij het land verlaten.
Al snel na aankomst in Canada hebben wij besloten om niet meer naar het Amerikaanse Consulaat in Toronto te gaan om wederom een toeristenvisum voor een half jaar aan te vragen. De kans is groot dat deze weer wordt afgewezen en met name ik, heb absoluut geen zin om vrijwillig weer zo’n mensonwaardige behandeling te ondergaan. Ik bedoel in Nederland moet ik al bijna huilen als een agent een beetje streng naar me kijkt. Gelukkig zie ik mijn schoonzus dan ook nooit in uniform. Laat staan zo’n bezoek aan het consulaat dat driedubbel beveiligd is en waar de vragen me toegesnauwd worden.
Over drie weken gaan wij naar de grens met de VS. Op basis van een I-94 formulier zou het mogelijk moeten zijn om 90 dagen in de VS te verblijven. Of we daadwerkelijk worden toegelaten, hangt af van de dienstdoende douanebeambte.
Dit houdt in dat we dan voor de kerst weer terug zijn in Nederland.
Het definitieve antwoord op bovengenoemde vraag volgt eind september.
Wordt vervolgd.
Mijn korte-termijn-geheugen laat ook steeds meer te wensen over. Dus ik dacht laat ik eens wat sneller een stukje schrijven, dan hoef ik niet zo hard na te denken.
Vorige week zijn we uit Thunder Bay vertrokken. Nog steeds Ontario. Wat is die staat groot. Eerst nog een overnachting in een klein plaatsje Ignace met een camping voor ons alleen met aanlegsteiger aan een prachtig helder meer. Daarna twee overnachtingen in Kenora. Wederom een camping aan een meer. Maar wat nog veel leuker was: hertjes bij de camper. Zo schattig. Bijna net zo schattig als die wasbeertjes, alleen de hertjes hebben niet aan de camper geknaagd. Dus stond er dit keer geen wild op het menu.
We hadden de afgelopen reis al een paar keer kontakt met Mark Manders omdat hij in de buurt was, hij rijdt bij H&R in Lethbridge en heeft ons een bezoek gebracht in Kenora, vlakbij de camping geparkeerd, hapje gegeten en gezellig gezeten, thanks Mark!
Na een klein uurtje rijden vanaf Kenora kwamen we aan in de staat Manitoba en nog geen uur later was het landschap compleet anders. Eindeloze vlakten en mega-boerderijen.
Omdat deze trip niet zo lang duurde, reed ik met de Benz vooruit. Normaal gesproken bepaal ik naar welke camping we rijden, maar dit keer had JJ zich daar de avond ervoor mee bezig gehouden. Een camping ergens voor Steinbach in de middle of nowhere. JJ had mij een duidelijke routebeschrijving gegeven alleen de naam van de camping was mij niet bekend. Dus ik sta al braaf bijna een uur te wachten bij de camping, maar geen truck. Oké, ik was iets eerder vertrokken en de truck rijdt iets langzamer. Hij kan natuurlijk ook verkeerd gereden zijn. Maar een uur verschil is een beetje veel. Zal je net zien, dat mijn mobiel ook geen bereik had. Met 33 graden en behoorlijke trek, want we zouden lunchen in de camper, was ik het aardig zat aan het worden. En ondertussen werd ik ook steeds ongeruster. Samen met Levi maar weer teruggereden tot een punt waar ik wel bereik had. Staan JJ en Vico ook al bijna drie kwartier op de camping op ons te wachten. “Welke camping dan?!!!”, schreeuw ik door de telefoon. Heeft die straat, onverhard en in niemandsland, gewoon TWEE campings! Stel je voor: stoffige weg, huilende peuter, water op en een Laris die nog niet gegeten heeft. Ik zeg: deze dag zo snel mogelijk vergeten. Het duurde zelfs even voordat ik ons plekje bij een prachtige zwemvijver waar Vico enthousiast in plonsde kon waarderen….
Ondanks het leuke vijvertje zijn we toch de volgende ochtend alweer vertrokken. We hadden tenslotte besloten meer vaart in ons reizen aan te brengen. En er moesten cadeautjes gekocht worden. Dus op naar Winnipeg. Dwars door een stortbui heen. Ik snap niet waarom JJ de auto’s nog wast. In Kenora had hij zo hard gewerkt en in Winnipeg was daar niets meer van te zien. Van Steinbach naar Winnipeg, zo’n drie kwartier rijden, ben ik maar achter de truck aan blijven rijden.
Het aanmelden bij de receptie verliep anders dan bij alle vorige campings. En dat is nogal een understatement. Waar andere campinghouders helemaal enthousiast worden van de truck en trailer, was deze mevrouw niet gediend van ‘the big blue thing’. “This thing isn’t going anywhere on this campground except for the parking lot”, snauwde zij mij toe. “Pardon?!” Het liefst was ik gelijk weer vertrokken, maar ik wist dat de andere camping die ik op het oog had vol zat. Dus ik zeg heel lief:“it isn’t bigger than any other big fifth wheel you’ve got here, just 45 feet”. Kijkt ze mij heel wantrouwig aan. Tja, daar kan ik dus niet tegen. Kon het dan ook niet laten om te vertellen dat we al 4 maanden aan het reizen waren, op veel kleinere campings hadden gestaan en dat onze truck/trailer tien keer beter stuurt dan wat ze hier gewend zijn. De woede van de dag ervoor was ik blijkbaar nog niet helemaal kwijt. Nou, dan was er wel plek voor ons.
Het erge was, er is dus helemaal niets aan de hand. Er staan hier allemaal grote bussen en zowel de paden als de sites zijn heel ruim opgezet. Deze dame is duidelijk niet Canadees of ze is compleet vergeten dat ze dat is.
Op de weg naar deze camping was er nog een trucker in luxe wagen achter ons aangereden. Wilde foto’s van de truck maken en wist JJ te vertellen dat er op dat moment een truckshow bezig was. Dus dat was gelijk ons uitstapje voor die middag. Zegt JJ tegen mij: “Jammer toch, dat we pas zo laat weten van deze show?” “Nou zeker, lieverd….”
Maandag hebben we geshopt in Winnipeg en niet onbelangrijk, rookvlees en hagelslag gekocht in een Hollandse shop. Het was wederom een zeer warme dag, dus prima om in een koele mall rond te lopen. Winnipeg is een grote stad met verschillende wijkjes. Leuk maar ook chaotisch. Vandaag een rustig daagje en morgen verruilen we Manitoba voor Saskatchewan.